Dit zijn de tegenhangers van psycholeptica, doordat zij juist bewustzijnsverhogend en stemmingsverbeterend werken. Hieronder vallen de antidepressiva (te gebruiken in een staat van depressie), maar ook de middelen met een direct stimulerend effect op de psyche - de psychostimulantia - zoals bijvoorbeeld amfetamine en cafeïne, waarvoor veterinair eigenlijk geen indicatie bestaat.
Tot de antidepressiva behoren de MAO-remmers (selegiline), de serotonine heropname remmers (clomipramine) en overige antidepressiva, waarvan in veel gevallen de werking nog niet precies is opgehelderd.
Selegiline: Deze stof is een remmer van het enzym Mono-Amine-Oxidase-B (MAO-B) en remt zodoende de afbraak van amines zoals (nor)adrenaline en dopamine. Op deze wijze wordt de hoeveelheid neu-rotransmitter in het centrale zenuwstelsel vergroot. Ook zou selegiline door remming van het oxidatief metabolisme van dopamine de vorming van vrije radicalen kunnen remmen en zodoende celbeschadiging kunnen voorkomen. Het exacte werkingsmechanisme bij de correctie van ongewenst gedrag is echter nog niet bekend.
Bij de mens wordt selegiline toegepast bij de behandeling van de ziekte van Parkinson. De mogelijkheid van toepassing bij de ziekte van Alzheimer is in onderzoek. Incidenteel waargenomen bijwerkingen zijn braken en diarree. Ook sympaticomimetische bijwerkingen zoals tachycardie en glaucoom zouden in theorie voor kunnen komen omdat cathecholaminespiegels verhoogd kunnen zijn.
Clomipramine: Dit middel behoort farmacologisch tot de tricyclische antidepressiva. Het wordt bij de mens gebruikt bij depressie, obsessief-compulsieve stoornis en bij paniekstoornissen.
Het exacte werkingsmechanisme van dit antidepressivum is onduidelijk. Wel is bekend dat clomipramine zorgt voor een toename van de hoeveelheid neurotransmitter (met name serotonine en in mindere mate noradrenaline) in de hersenen door de re-uptake van deze neurotransmitters uit de synaptische spleet te remmen. De re-uptakeremming treedt vrijwel direct op maar het antidepressieve effect treedt pas na een aantal weken op. Men vermoedt dat postsynaptische receptormodificatie verantwoordelijk is voor het antidepressieve effect. De invloed op motoriek en activiteit is dempend. Clomipramine heeft ook effecten op het autonome zenuwstelsel. Het vertoont parasympathicolytische activiteit (obstipatie, mictiestoornissen, tachycardie en droge mond kunnen optreden). Ten gevolge van blokkade van alfa1-receptoren treedt (orthostatische) hypotensie op.
Voor alle producten in deze klasse, klik hier. |