QG Urogenitaal apparaat en geslachtshormonen > QG03 Geslachtshormonen > QG03C Oestrogenen

QG03C Oestrogenen
Oestradiol en oestron zijn steroïdhormonen, die onder invloed van LH en FSH gevormd worden in de ovariële follikel. De syntheseweg kent meerdere belangrijke stappen. Uit cholesterol wordt onder invloed van LH androsteendion gevormd. Androsteendion wordt vervolgens omgezet in testosteron en testosteron wordt onder invloed van FSH gearomatiseerd tot oestradiol (oestrogenen stimuleren de ontwikkeling en handhaving van primaire en secundaire geslachtskenmerken). Daarnaast kan androsteendion worden gearomatiseerd tot oestron.
Oestradiol zorgt via een positief feedback mechanisme voor toename van GnRH-uitscheiding. Hierdoor ontstaat, boven een bepaalde drempel, een pieksgewijze LH-uitscheiding boven op de basale LH-excretie. Dit heeft tot gevolg dat een ovulatie plaatsvindt. De productie van oestrogenen in de follikels draagt bovendien bij aan het ontwikkelen van oestrusgedrag. Ook in het corpus luteum worden oestrogenen geproduceerd. Indien bevruchting heeft plaatsgevonden wordt de productie van oestrogenen bij sommige diersoorten overgenomen door de placenta. De op dat moment geproduceerde oestrogenen spelen een rol bij het ontwikkelen van de uterus en de melkklieren. Oestrogenen maken de uterus gevoelig voor oxytocine.

Metabole effecten: Oestrogenen bevorderen de eiwitsynthese, doch hebben weinig invloed op koolhydraat- en vetstofwisseling. Wel hebben ze invloed op vetverdeling. Oestrogenen bevorderen de water- en zoutretentie door de nier. Zij hebben weinig invloed op het libido bij vrouwelijke dieren. Bij mannelijke dieren is er een basale lage oestrogeenproductie. Toedienen van oestrogenen aan mannelijke dieren leidt tot reductie van testosteronproductie (negatieve feedback), het gevolg is een reductie van het libido, onderdrukking van de spermatogenese en feminisatie.
Oestrogenen worden in de lever geconjugeerd. Een gedeelte van deze geconjugeerde oestrogenen kan na hydrolyse in het maagdarmkanaal weer worden geabsorbeerd (enterohepatische kringloop). Door het toedienen van antibiotica kan verstoring optreden van de darmflora. De bacteriële hydrolyse van geconjugeerd oestrogeen kan geremd worden waardoor de oestrogeenspiegels worden verlaagd. Bij langdurige toediening van enzyminducerende farmaca (bijv. barbituraten, fenytoïne), wordt oestrogeen te snel omgezet en worden de oestrogeenspiegels verlaagd.

Hond en kat: Oestrogenen kunnen zowel bij de hond als de kat worden gebruikt om na ongewenste dekking dracht te voorkomen. Bij de kat zijn geen gegevens bekend over de effectiviteit. Oestrogenen beïnvloeden het transport van eicellen door het oviduct, waardoor eicellen langer in het oviduct verblijven. Tevens treedt degeneratie van eicellen op. Ook veroorzaken ze veranderingen in het endometrium waardoor de implantatie wordt bemoeilijkt.
Als oestrogenen worden gebruikt in geval van ongewenste dekking, kan dit leiden tot verlengde loopsheid. Tevens bestaat er bij gebruik van oestrogenen een verhoogd risico op ontwikkeling van endometritis. Ook kan ernstige irreversibele beenmergdepressie het gevolg zijn van het gebruik van oestrogenen.
Oestrogenen zijn gecontraïndiceerd bij mammatumoren.
Oestrogenen worden bij de teef ook toegepast bij urine-incontinentie die het gevolg is van ovariëctomie.

Rund, paard varken: Oestrogenen worden gebruikt bij het opwekken van bronstverschijnselen bij paard, varken, schaap en geit. Er zijn diverse andere, niet goed onderbouwde, indicaties. Toediening van oestrogenen als groeibevorderaar is in de Europese Unie niet toegestaan.

Voor alle producten in deze klasse, klik hier.