QA Spijsverteringskanaal en metabolisme > QA05 Lever- en gal therapie > QA05A Galtherapie

QA05A Galtherapie
Choleretica bevorderen de galsecretie. Een therapeutische beïnvloeding van de galproductie is nauwelijks mogelijk. De secretie van galzuren kan (bij intacte functie van de hepatocyten) door therapeutische toediening van galzuren (cholzuur, deoxycholzuur, ursodeoxycholzuur) gestimuleerd worden; dit wordt toegepast bij (galsteen-)cholestase.
Toegepaste choleretica zijn 4-(4 methoxynaftaleen-(1))-4-oxoboterzuur en clanobutin-natrium. Deze laatste is een injecteerbaar digestivum dat de secretoire activiteit van de exocriene pancreasklieren stimuleert, waardoor de galsecretie en de secretie van pancreasenzymen toeneemt. Tevens hebben bufferstoffen een choleretische werking.

Voor mogelijk geregistreerde beschikbare middelen, klik hier.